Na 3 maanden intensieve trainingen was het zover. Op zatermiddag waren we op weg naar Leiden. Alledrie met een gezonde portie spanning of het ons zou gaan lukken. Voor ons alledrie was het de eerste marathon ooit.
Aan onze voorbereiding kon het niet liggen, maar we hadden al bericht gekregen van de organisatie dat het een warme dag ging worden in Leiden, we hadden daardoor een extra portie zenuwen erbij of we het gingen redden.
We reisden met de trein en kwamen rond 15.00u aan in Leiden. Vlakbij het station lag ons hotel, we checkten in en installeerden ons op onze kamers met uitzicht op het LUMC. Dat kon toch geen toeval zijn.
We liepen de stad in op zoek naar de startplek van de marathon en zagen wandelaars die op zaterdag gelopen hadden. Er was al een leuke sfeer in de stad, we wandelden door het oude centrum met prachtige oude panden en overal bruggen over het water.
Rond 18.00u gingen we eten in de City Hall, een Italiaans restaurant. We wilden veel koolhydraten eten om nog extra energie te krijgen. Het restaurant was in het stadhuis, wat voor de helft nu restaurant is.
Terwijl we zaten te eten zagen we door het raam dat de hekken geplaatst werden voor de marathon in de Breestraat, waar de start is. Aan de andere kant van het restaurant zagen we dat de finishboog opgebouwd werd. We kregen de kriebels. We maakten een praatje met de mensen die alles opbouwden en ze wensten ons veel succes.
Na een wat onrustige nacht en een lekker ontbijt liepen we richting de start. En met ons heel veel andere deelnemers. We zochten ons startvak op en zagen de pacers die we wilden volgen. Zes minuten per km, zolang het zou lukken.
En dan om 10.00u de start, de sfeer zat er al goed in. De warmte leek nog mee te vallen.
De eerste 24 km bleven we met ons drieen bij elkaar en in de buurt van de pacers. Om de 5 km stond er water, waren er natte sponsen en vaak iets te eten. We hadden zelf ook vanalles mee genomen (noga, banaan, dadels). De omgeving was prachtig, een mooi polderlandschap met veel water en eendjes die ons aanmoedigden.
We zagen al mensen om ons heen uitvallen en hoorden af en toe een ambulance
.Toen kreeg ik ineens enorme kramp in mijn kuiten en moest stoppen om te rekken en te strekken. Ik wilde verder en liep door. Elke 2 á 3 km kwam de kramp weer terug en moest ik even stoppen. Ik werd enorm gesteund en gestimuleerd door de anderen en daardoor lukte het om door te gaan. In een langzamer tempo weliswaar en met stops en pijn maar ik wilde de finish halen voor het goede doel. De mensen aan de kant moedigden ons aan en reikten ons water aan. Onderweg zagen we steeds meer mensen opgehaald worden door een ambulance en anderen wandelen in plaats van hardlopen. Dat was eng.
Het was geweldig om samen met Audrey en Lars hand in hand door de finish te lopen.
Er was familie om ons op te vangen. En de medaille die we kregen maakte ons nog trotser. Het duurde daarna nog zeker een week om te beseffen dat het echt gelukt was om een marathon te lopen.
We hoorden achteraf dat na onze finish de marathon stil gelegd is en de 10 km afgelast, omdat de ziekenhuizen geen plek meer hadden voor nog meer mensen.
Ik kreeg appjes van familie, vrienden en collega ’s omdat ze zich zorgen maakten, het was zelfs op het landelijke nieuws.
We hebben afgesloten met een etentje aan het water en werden in Sittard nog opgewacht door een mede hardloopster die heel erg met ons meegeleefd heeft en ons vaker adviezen gegeven heeft.
De weken erna waren nodig om uit te rusten en na te genieten van onze prestatie.
Het was een geweldig avontuur en er gaat bijna 2600 Euro naar het belangrijke goede doel.
Mariet, Audrey en Lars.